Mentorschap is een maatregel om iemand te beschermen die niet goed kan beslissen over zijn verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding. De kantonrechter kan een mentor aanstellen die de persoonlijke (niet-financiële) zaken van deze persoon regelt.
De persoon voor wie de rechter een mentor benoemt, heet de betrokkene. De betrokkene blijft handelingsbekwaam en mag bijvoorbeeld zelf zijn testament laten opstellen.
Mentorschap is bedoeld voor personen die niet (volledig) in staat zijn zelf beslissingen te nemen en die voor persoonlijke zaken niet op familie en/of anderen kunnen terugvallen. Het gaat om volwassenen die moeite hebben om informatie te begrijpen en beslissingen te nemen. Hun kwetsbaarheid kan het gevolg zijn van bijvoorbeeld een psychiatrische stoornis, verstandelijke beperking, mensen met cognitieve- en geheugenproblemen, verslaving, hersenletsel of dementie. Voor mensen die niet goed meer voor zichzelf kunnen zorgen of opkomen kan mentorschap worden aangevraagd bij de rechtbank.
Een mentor is een wettelijk vertegenwoordiger en (niet-vermogens)rechterlijke belangenbehartiger voor een volwassene, die niet goed (meer) voor zichzelf kan opkomen. Een mentor neemt (zo veel mogelijk) samen met de cliënt de beslissingen aangaande de verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding en gaat daarbij uit van de levensovertuiging, godsdienstige gezindheid en culturele achtergrond van de cliënt.
Een mentor wordt door de kantonrechter benoemd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een professioneel mentor en een vrijwillige of familie mentor. Een professioneel mentor heeft meerdere cliënten, tenminste drie, terwijl een vrijwillige of familie mentor meestal maar voor één persoon mentor is. Professionele mentoren moeten voldoen aan kwaliteitseisen en worden daarop jaarlijks gecontroleerd. Hierover kunt u meer lezen bij www.rechtspraak.nl onder Besluit Kwaliteitseisen Curatele, Bewind en Mentorschap.
Een mentor neemt (zoveel mogelijk) samen met de cliënt of diens familie beslissingen over:
en voert namens de cliënt overleg en evaluatiegesprekken met zorgaanbieders, hulpverleners, behandelaars en eventueel bewindvoerder. Ook heeft de mentor tot taak om op andere gebieden op het persoonlijke vlak de belangen van iemand in de gaten te houden en raad te geven. Tevens treedt de mentor op wanneer er zorgfouten gemaakt (dreigen te ) worden. Om de cliënt zo goed mogelijk te vertegenwoordigen en zijn belangen te behartigen, moet een professioneel mentor zijn cliënt natuurlijk goed (leren) kennen en in regelmatig contact met hem blijven staan.
Een professioneel mentor biedt geen directe hulp of begeleiding, dus:
De professionele mentor heeft een regiefunctie, en kan wel betrokken worden bij het (laten) organiseren van bovenstaande zaken.
De maatregel eindigt, als de persoon om wie het gaat weer zelf de belangen kan behartigen. In zo’n geval moet de kantonrechter het mentorschap wél eerst opheffen. De rechter doet dit als de redenen voor de maatregel er niet meer zijn. Bijvoorbeeld:
Voor de opheffing van de ondercuratelestelling, de onderbewindstelling of het mentorschap moet een verzoek bij de kantonrechter worden gedaan.
De taak van de curator, bewindvoerder of mentor eindigt bij het opheffen van de maatregel. Andere redenen voor de beëindiging van hun taak zijn het overlijden of het ontslag van de curator, mentor of bewindvoerder.